Bouw en Woningtoezicht

Tijdens de grote stadsuitbreidingen aan het einde van de 19e eeuw hadden de huizenbouwers weinig oog voor kwaliteit, het kwam zelfs regelmatig voor dat nieuwbouwpanden halverwege de bouw alweer instorten. Er moesten duizenden woningen gebouwd worden en toezicht door de gemeente was nog niet georganiseerd. Deze zogenaamde revolutiebouw werd door allerlei malafides bouwmaatschappijen neergezet. Door de matige kwaliteit en enkele incidenten werd de weg vrijgemaakt voor de Woningwet in 1901.
Ook in die tijd kwamen de woningbouwverenigingen op; deze moesten de arbeiders en de middenklasse goede en betaalbare huurwoningen bieden. De huurders waren lid van de vereniging of cooperatie, indirect waren de bewoners dus eigenaar van hun woning. Dit systeem heeft zo’n honderd jaar geduurd. Aan het einde van de 20ste eeuw werden de woningbouwverenigingen opgedoekt en gingen verder als stichtingen, de bewoners waren geen lid meer en verloren hun invloed. Tegenwoordig zijn door het opheffen van het subsidiebestel de woningbouwbedrijven puur commerciele instellingen geworden. Over enkele jaren zal er weer een wijziging worden doorgevoerd; de oorspronkelijke taakstellling (het huisvesten van Jan Modaal) moet los worden gekoppeld van de commerciele activiteiten. De geliberaliseerde vrije sector woningen worden dan in een aparte BV of NV ondergebracht.

De woningbouw is dus het laatste decennium vercommercialiceerd. Zoals de geschiedenis heeft geleerd betekent dat er dus een strak toezicht van gemeentewege moet zijn op de bouw en onderhoud van woningen. En daar schort het ook nogal eens aan. De VROM Inspectie heeft o.a. tot taak om Bouw en Woningtoezicht afdelingen van gemeentes tegen het licht te houden. Zij publiceert de controles die zij steeksproefgewijs uitvoert.

Enkele weken geleden stortte een deel van het nieuwbouwproject Bos en Lommerplein in nadat een bierauto over het plein reed. Het blijkt nu dat er geen bewapening was aangebracht in het beton.
Een oud-medewerker van de BWT vertelt tegen AT5 dat het aan kennis en personeel ontbrak. Ook nog van AT5: Controleurs gingen alleen op pad als ze zin hadden en dan alleen bij mooi weer.
“Men deed maar wat. De afdeling hing als los zand aan elkaar. Er was niemand die zei: ‘jij gaat dit doen’. Ook was men verplicht kennis in te huren, maar dat was te duur en werd niet gedaan. ”

Kijk ook maar een wat VROM al in 2003 (!) concludeerde (pdf) over de BWT van Bos en Lommer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Captcha Captcha Reload