We stuitten op de dubieuze rol van het Openbaar Ministerie bij een aankomende ontruiming van een kraakpand in de amsterdamse Pijp. Nadat het pand door de staat is geconfisqueerd probeert het OM het nu samen met de criminele oude eigenaar leeg te krijgen om het daarna leeg te proberen te verkopen. Vragen als wie hier nu de grootste crimineel is doemen dan al snel op. Een raadsadres van de bewoners van het pand legt het allemaal uit:
Amsterdam, 13 maart 2006
Leden van de gemeenteraad van Amsterdam,
Op dit moment heeft de politie het voornemen om op 21 maart a.s. het gekraakte pand Van Ostadestraat 137 te ontruimen. Volgens de politie vindt de ontruiming plaats op strafrechtelijke grond. Dit vanwege een aangifte (ex artikel 429 sexies Sr.) door de huidige eigenaar. Uit onze informatie blijkt dat het pand dan ontruimd zou worden ten behoeve van een door de rechtbank veroordeelde criminele eigenaar. In deze rechtzaak tegen deze eigenaar heeft de rechter tevens het pand verbeurd verklaard. Het zou dan na ontruiming nog lange tijd leeg blijven staan.
Er wordt echter een opmerkelijke aanvullende reden genoemd waarom het pand ontruimd wordt. Dit zou de veronderstelde onveiligheid van het pand zijn. Hierover ontmoeten wij geen duidelijkheid of openheid. Wat wel duidelijk is, is het volgende: een ontruiming op strafrechtelijke gronden is een oneigenlijk middel om een ontruiming vanwege onveiligheid uit te voeren. Hiervoor zou een bestuursrechtelijk traject de geeigende weg zijn. Toch lijkt gekozen te zijn voor een strafrechtelijk traject. Dit terwijl veiligheid naar ons vermoeden genoemd zal worden door de autoriteiten als het doorslaggevende argument om toch te ontruimen.
De naar onze indruk bewuste keuze voor een strafrechtelijke ontruiming brengt met zich mee dat bij een rechterlijke toetsing van deze beslissing niet kan worden geoordeeld over de veiligheid. Vanwege het ontbreken van rapportages is de enige open toetsingsmogelijkheid nu de civiele
rechter. Wij zijn desondanks wel een dergelijk kort geding tegen de staat begonnen. Deze rechtzaak heeft dan ook alleen tot doel om duiodelijkheid te eisen over de totstandkoming van de beslissing tot ontruiming. We herhalen voor de duidelijkheid nogmaals dat het hier geen inhoudelijke toets met betrekking tot de eventuele veiligheid betreft.
Het is zelfs zo dat over de vermeende onveiligheid alle duidelijkheid ontbreekt. Wij hebben het ernstige vermoeden dat onze pogingen om hierover duidelijkheid te creeeren doelbewust worden geblokkeerd. Dit komt naar onze mening tot uiting door de keuze voor een strafrechtelijke ontruiming en doordat relevante rapportages voor ons worden achtergehouden. Wij hebben ons hierover beklaagd.
Wij hebben ten slotte het ernstige vermoeden dat op de achtergrond van deze ontruiming speelt, dat het pand verbeurd is verklaard door de rechter en het pand op termijn eigendom van de staat zal zijn. Naar onze mening speelt het Openbaar Ministerie hierin een dubieuze rol doordat ze op ingenieuze wijze probeert te verhullen dat ze feitelijk het belang van de staat als toekomstig eigenaar van het pand dient.
Wij vragen de leden van de gemeenteraad:
– of het juist is dat er daadwerkelijk een beslissing tot strafrechtelijke ontruiming is genomen?
– of het juist is dat op grond van aangifte cq. ten behoeve van een criminele eigenaar wordt ontruimd?
– de vragen over de eigenaar aan het dagelijks bestuur van Staddeel Oud-zuid over te nemen en tevens aan de Burgemeester te richten.
– of het juist is dat het pand na ontruiming nog lange tijd leeg zal blijven staan?
– hoe de beslissing tot ontruiming zich verhoudt tot het vonnis van de rechtbank waarin de eigenaar van het pand wordt veroordeeld?
– zich uit te spreken tegen een nodeloze ontruiming.
– of het juist is dat in deze beslissing tevens de eventuele onveiligheid van het pand wordt meebetrokken?
– of het juist is dat een strafrechtelijke ontruiming niet de geeigende weg is om ten behoeve van veiligheid te ontruimen, omdat dit onder meer met zich meebrengt dat hier geen mogelijkheiden bestaan wat betreft rechterlijke toetsing ter zake van veiligheid, zoals die wel bij een bestuursrechtelijk traject bestaan?
– zich ervan verzekeren dat de bewoners van het pand de mogelijkheid krijgen voor een daadwerkelijke rechterlijke toetsing van de eventuele onveiligheid van het pand.
– zich uit te spreken tegen een ontruiming op oneigenlijke gronden?
– kennis te nemen van de volgende achtergronden.
Achtergronden:
1. Evert Hingst
Het pand is op 11 december 2005 gekraakt kort na de liquidatie van ex-advocaat Evert Hingst.
Het pand is een van de “Hingst-panden†waarmee crimineel geld is witgewassen. Aldus ook de rechter die op 5 januari 2006 Andy Groenewoud, de stroman van Hingst, tot celstraf veroordeelde en de panden waaronder de Van Ostadestraat 137 verbeurd verklaarde (bijlage 1).
2. Roger Horn
Er is echter meer aan de hand. Tegelijk met de kraakaktie stelden we op 10 januari 2006 als inspreker in de commissie wonen aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Oud-Zuid een aantal vragen (bijlage 2). We hadden een opmerkelijke vervlechting van de bovenwereld en de onderwereld aangetroffen bij het vastgoed van Hingst. Dit wilden we aan een openbaar onderzoek onderworpen zien. Centraal staat de “projektontwikkelaar†Roger Horn: in feite echter leverancier van de panden waarmee is witgewassen en tegelijk de gemachtigde van Hingst en zijn stroman Groenewoud (bijlage 3).
3. Bewoonbaar maken
Als bewoners zijn we bezig geweest het uitgeloopte pand weer bewoonbaar te maken. Onderdeel daarvan is dat we de installaties opnieuw aanleggen en gipswanden en gipsplafonds installeren. Dit is ook geconstateerd bij een inspectie van bouwtoezicht op 20 februari 2006. Uit de mond van de inspecteur hoorden we nog: “jullie zijn goed bezig.â€Â
4. Verrassende aangifte
We zijn echter in hoge mate verrast door de reaktie die we onlangs kregen. Aan de ene kant hoorden wij op 7 maart 2006 van de politie dat het OM had besloten dat het pand in aanmerking komt voor een strafrechtelijke ontruiming. Dit op grond van een op 11 december 2005, reeds de dag van de kraak, gedane aangifte van Horn. Dit terwijl we juist over Horn vragen hadden gesteld. Volgens de politie zou Horn zelfs door Hingst of Groenewoud gemachtigd zijn. Dit betekent dat het OM op aangifte van de oude criminele eigenaar zou ontruimen. Dit is een erg
5. Verrassende inspectie
Daarnaast bleek in het gesprek van 7 maart 2006 met de politie onverwachts ook dat de inspecteur van bouwtoezicht reeds op 20 februari 2006 een rapport had geschreven waaruit de onveiligheid van het pand zou moeten blijken. Noch het bestaan van dit rapport, noch de conclusies zijn meegedeeld aan ons of aan de bouwkundige van het wijkcentrum die ons begeleidde (bijlage 4). We hebben een procedure gestart op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur om inzage in dit rapport te eisen (bijlage 5).
6. Onderliggende ontruimingstitel
Inmiddels hebben we een kort geding aangespannen tegen de beslissing op de aangifte van Horn (bijlage 6). In deze procedure toetst de rechter de waarschijnlijkheid of de titel voor een strafrechtelijke ontruiming uberhaupt van toepassing is. De rechter kan dan eventueel de rechtsgrond van de ontruiming afkeuren en daarmee in feite de ontruiming verbieden. In deze civiele procedure kan de rechter echter niet oordelen over de veiligeheid van het pand. Dit kan later pas in een eventuele bestuursrechtelijke procedure aan bod komen. Daarvoor ontbreekt nog de beschikking over alle relevante informatie aangezien bouwtoezicht tot op heden ter zake doende rapportages voor ons achterhoudt.
7. Afweging Burgemeester
Voordat er na de aanwezigheid van een ontruimingstitel ook daadwerkelijk tot ontruiming wordt besloten dient echter volgens vast beleid van de burgemeester (dat in het driehoeksoverleg is geimplementeerd) ook nog te worden bezien of het opportuun is dat de ontrumingstitel wordt geeffectueerd (bijlage 7). Hierbij spelen overwegingen als zekerheid over het voorkomen van leegstand na ontruiming een belangrijke rol.
8. Leegstand
In het geval van dit pand, is er los van de huidige bewoners niemand die leegstand kan voorkomen. Het pand is immers verbeurd verklaard en blijft in afwachting van (op termijn) veiling door de staat leegstaan. Aangezien er door Groenewoud op 12 januari 2006 hoger beroep is aangetekend zal dit vermoedelijk nog minimaal een a twee jaar duren. Er zal dus sprake zijn van langdurige leegstand.
9. Bestuurlijke aanschrijving
Alleen als het gebruik van een pand zodanig onveilig is, dat het onherstelbaar is, zou eventueel leegstand onoverkomelijk zijn. In het geval van constatering van onveilige situaties is aanschrijving door het stadsdeel echter de enig juridisch correcte weg. In situatie van ernstig accut gevaar (bijlage 8) kan op grond noodbevel (ex art. 175 Gemeentewet) op zeer korte termijn ontruiming worden gevorderd. Hiervan kan geen sprake zijn aangezien ernstig accuut gevaar bij inspectie door bouwtoezicht of eerder in ieder geval niet naar voren is gekomen.
10. Rechtsmiddelen
Cynisch gesteld is de enige reden om te pleiten voor ontruiming op basis van gevaar, is dat hiertegen geen daadwerkelijke rechtsmiddelen ter verdediging openstaan om de betrouwbaarheid van dat besluit te toetsen. Als er, zoals meer voor de hand ligt, wordt aangeschreven kan bijvoorbeeld een second opinion worden ingebracht. Deze weg sluit ook aan bij wat onze opzet is: het in een stappenplan vergroten van de veiligheid.
11. Samengevat
Op dit moment wil men het pand strafrechtelijk ontruimen. Gezien de verbeurd verklaring wegens witwassen zal het blijven leegstaan. Het pand zou ook te onveilig zijn, maar hierbij wordt niet de geeigende weg gevolgd van een bestuurlijke aanschrijving. Met deze beslissing wordt doelbewust de mogelijkheid gesaboteerd dat voor de veiligheid een voor alle partijen aanvaardbare oplossing gevonden wordt. Ons wordt niet de kans gegeven dat we die oplossing bereiken. Wij hebben het pand door bouwtoezicht laten inspecteren. Ons is een bouwkundige beschikbaar gesteld door het wijkcentrum. Ons wordt cruciale rapportages onthouden. Wij hebben ernstig de indruk dat het OM in deze optreed op een wijze die bij een spekulant zwaar veroordeeld zou worden: Ze probeert koste wat kost het pand ontruimd te krijgen zodat het op termijn op de veiling meer geld opbrengt. Ze behartigt hierbij niet de belangen van de rechtsorde, maar die van de staat als toekomstige eigenaar van het pand. Ze streeft ernaar de financieele winst voor de staat te maximaliseren Streven naar zo veel mogelijk beschikbare woonruimte daarentegen zou de belangen beter dienen.
12. Oplossing
De oplossing die wij voorstaan is de volgende:
– T.a.v. het huidige tijdelijke gebruik: wij bewerkstelligen samen met een bouwkundige en bouwtoezicht de mogelijkheden van een verantwoord veilig gebruik.
– Wij bieden het pand aan een woningbouwvereniging aan, om het pand op termijn op de veiling te doen kopen en te renoveren.
– Wij blijven zitten tot er een bonafide eigenaar gevonden is, die het pand definitief gaat verbouwen.
– In alle andere gevallen zullen we het pand onder alle omstandigheden herkraken.